Ringweg en spoor barrières voor Alkmaarse wijk De Hoef

“Maak dan wel een mooie enclave”

Alkmaar – zal de komende jaren nog flink geïnvesteerd moeten worden in de Alkmaarse wijk De Hoef. Volgens burgemeester Piet Bruinooge zal hierbij vooral ‘lef’ getoond moeten worden.

“Hebben wij het lef om in deze economische tijd een perspectief neer te zetten dat veel verder gaat dan de korte termijn?” zo stelde Bruinooge donderdagavond tijdens het jaarlijkse feestje van de regionale vastgoedbranche in het DSB Stadion – georganiseerd door de Stichting Vastgoed Rapportage (SVR) – waarbij De Hoef centraal stond.

Hij doelde onder meer op de aanpak van de westelijke ring rond Alkmaar. “Gaan we daar dan die kwaliteit neer etten die heel anders is dan dat we gewend zijn?” Bijvoorbeeld door te kiezen voor ondertunneling van de weg waardoor de barrière, tussen de groene Westrand en sportgebied enerzijds en de stad anderzijds, wordt weggenomen.

De Hoef is een wijk die ontstaan is in de jaren ’60. Bruinooge reageerde op de kritiek die veel mensen hebben op wijken die in de jaren ’60 en ’70 zijn ontstaan. “Het is gemakkelijk om terug te kijken en te zeggen dat hadden ze toen heel anders moeten doen. Het is véél moeilijker om beslissingen te nemen waar je voor staat.”

Volgens Bruinooge ligt er vanuit stedenbouwkundig oogpunt zelfs een ‘heel goed concept’ onder de wijk. Kwaliteit die benut moet worden. “Maar we moeten wél ingrepen doen, zoals we ook goed moeten nadenken hoe we verder moeten in Alkmaar-Noord.” De SVR had twee sprekers uitgenodigd om eens naar de problematiek van de wijk De Hoef te kijken. Frank Bijdendijk, algemeen directeur van woningbouwcorporatie Stadgenoot in Amsterdam, stelde vast dat de randweg en het spoor flinke barrières zijn voor de wijk. “Het maakt van de wijk een enclave.” Daarnaast gaf hij aan dat er volgens hem weinig samenhang is in de wijk en dat de openbare ruimte rond het winkelcentrum er niet goed uit ziet.

Hij had ook enkele pluspunten ontdekt. De ligging van de wijk. “Vlakbij de binnenstad, Heiloo en de zee.” En ook de tientallen jaren oude bomen langs de Van Ostadelaan vond hij fantastisch. “Dat groen is monumentaal kapitaal.” Maar hoe nu verder? Volgens Bijdendijk is het niet realistisch dat de barrières rond de wijk verdwijnen. “De wijk blijft een enclave, maar maak er dan wel een verdomd mooie enclave van.” Bij de verdere inrichting van de wijk zou men zich moeten laten inspireren door plaatsen als Bergen en Heiloo. “Daar maak je mensen werkelijk gelukkig mee.”

Maar om dat zeker te weten zal de dialoog met de inwoners van de wijk moeten aangegaan. Volgens Bijdendijk moet er daarom een ‘dialoogkamer’ worden ingericht in het winkelcentrum, waar mensen de hele dag kunnen binnenlopen om met elkaar te praten over wat goed is voor de wijk. Bijdendijk stelde nog wel dat partijen wel bereid moeten zijn om écht te investeren. “Dit lukt niet zonder uitstel van rendement. Maar u wordt wel beloond, want de rendement op de langere termijn is veel hoger.”